Over moeilijk gedrag, onderzoeken en diagnoses binnen ons gezin.

donderdag 29 december 2011

Boos? En dan?



Klik hier voor meer info
    Na deze moeilijke middag van gesprekken merken we bij Stijn direct een verschil. Is het erkenning van zijn boosheid? Erkenning van het feit dat hij het moeilijk heeft met zichzelf en anderen? In elk geval is Stijn een stuk minder boos en begint hij meer te praten over wat er in zijn binnenste speelt.
Op een boekenbeurs kocht ik een boek, je ziet hem hiernaast: "wat je kunt doen als je te snel boos bent". Er is een hele serie van en hij is absoluut aan te bevelen.
Het eerste hoofdstuk begint heel mooi, over autorijden en iedereen die een andere weg gaat. Zo gaat het met boosheid ook: iedereen neemt een andere weg om het te uiten. Stijn is er helemaal opgelucht van. Hij is erg enthousiast over het boek en vraagt me wanneer we snel weer verder gaan. Ik geef hem eerst maar eens rustig een week om over dit eerste hoofdstuk na te denken, zodat het kan 'landen'.
Een week later is hoofdstuk twee dus aan de beurt. Samen zoeken we weer een rustig plekje: samen op zijn bed in de beslotenheid van de slaapkkamer. Deur dicht en ongestoord kruipen we samen weg.
Dit tweede hoofdstuk is met een opdracht: haal de stofzuiger, stop de stekker voorzichtig in het stopcontact, haal de voorste slang er af en zet de stofzuiger aan. Voel nu met je hand aan de opening. Wat voel je: de stofzuiger zuigt je hand naar binnen. Zo kan het ook gaan met boosheid. Het kan je helemaal naar binnen zuigen. Opvreten. Wat kun je doen om de zuigkracht niet/minder te voelen? Je hand aan de kant halen. Wat kun je doen als boosheid je van binnen verteert? Eruit stappen. Juist. En dát blijkt nu dus zo moeilijk.
Er worden verder nog diverse voorbeelden en tips gegeven hoe je uit de boosheid kan stappen. En sommigen zijn voor Stijn, met zijn zeven jaren, te hoog gegrepen. Maar hij weet nu wát hij kan doen en dat we zijn problemen zien. Opeens is onze boze, kwade jongen veranderd. We merken een rustiger kind op, een die met zijn boosheid kan handelen.
Helaas, dat snap je wel, is het maar voor korte duur. De toepassing is maar even mogelijk en na een paar weken is er nog maar weinig van te merken.
Boek nog een keer lezen? Ik denk het, ja. Of kort maar krachtig de belangrijkste punten opschrijven en herlezen voor hem. Er in stampen en automatisch maken. Dat laatste is natuurlijk het moeilijkst. Maar ja, hij is pas zeven. Is boosheid niet voor iedereen moeilijk? Ik kan je vertellen dat zelfs ik veel van het boek heb geleerd! Warm aanbevolen dus.

dinsdag 27 december 2011

Naar huis

Blij en enthousiast komt Stijn naar de wachtkamer huppelen. Zo hé, dit was echt leuk. Hij is ook moe, maar dat is niet meer dan logisch. Omdat ik net nog eens koffie had gepakt mag hij ook nog een beker drinken. En daarna vertrekken we rustig lopend naar de bus.
"En, vraag ik hem, wil je er nog wat over vertellen aan me? Of niet?" Het blijft even stil.
Dan klinkt het zacht:"Liever niet".
"Oke vent, ook prima hoor. Maar als je er over wilt kletsen zeg je het maar, dan kunnen we het altijd nog doen.
Hij wil wel nog één ding weten: "Wanneer gaan we hier weer heen?"
Ik leg hem uit dat de mensen nu eerst gaan kijken hoe ze ons het beste kunnen helpen. Daarna krijg ik een uitnodiging voor een gesprek en dan pas is het weer zijn beurt. Dus, voorlopig niet.
Een diep zucht volgt: opluchting? Of toch een beetje jammer? Terwijl ik hoop op die laatste, houd ik het toch maar op die eerste.
Samen wachten we op de bus. Terwijl de auto's langs razen turen wij de verte in. Waar blijft die bus nu?
Eindelijk! Daar komt-ie aan! Als we instappen bied ik de chauffeur het toen nog geldende strippenkaartje aan. Dan klinkt de vraag: "Is hij al ouder dan vier?", wijzend op Stijn. Nou moe! "Hij is zeven", antwoord ik wat gepikeerd. Hallo zeg. Heeft hij er geen verstand van, of lijkt Stijn nu echt zo jong? De radartjes gaan weer. Het gepieker begint weer. Stel je toch eens voor zeg. Nog een kind met autisme. Zou dat te doen zijn? Zou ik dat redden? Zouden we dat samen, als man en vrouw en als gezin wel gaan redden?
Stop! roep ik mijn gedachten een halt.
Geen zorgen voor de dag van morgen. Heeft elke dag niet genoeg om je zorgen te maken? Eerst maar eens naar huis. En dan rustig afwachten! Wachten op de brief. Op een uitnodiging voor een gesprek. Om te horen wat anderen hebben besloten. Zó frustrerend!

dinsdag 20 december 2011

Foutje!

Natuurlijk! Ik had de dame van Soele ook verteld over Stijn en Soele. Dat die combinatie niet zo lekker ligt en dat we Stijn dus niet verteld hebben dat we hierheen zouden gaan. Ze zou meewerken.
"Weet u, hij kan beter eerst een positieve ervaring hebben. Na dit bezoekje vertel ik hem waar hij is geweest." Ze begrijpt het. Soms is dat gewoon beter en krijg je je kind makkelijker mee.
Goed. We waren dus richting spelkamer. We krijgen een stoel aangeboden en Stijn kijkt zenuwachtig om zich heen. Bij het zien van al het speelgoed, wordt zijn  blik langzaam maar zeker anders: van zenuwachtig naar geinteresseerd. Als we zitten, met de koffie voor onze neus begint mevrouw het gesprek. Met een standaardvraag:
"En Stijn, weet je waarom je hier bij Soele bent?"
AAAAHHHHHHH
Dan gebeurd er van alles. Nee, Stijn ontploft niet. Stijn houdt zich een beetje in. Hij is per slot van rekening niet thuis. Maar de tranen springen in zijn ogen en zijn gezicht wordt wit van schrik. Onthutst kijkt hij mij aan. En ik lees het: verraad! Verraad! Help! Ik ben er in getrapt!
Intens verdrietig zit hij te huilen, zich totaal geen raad wetend met de situatie. Schokkende schouders en betraande ogen laten zien hoe hij van rustig naar opeens enorm boos is.
Dit alles gebeurd in een paar seconden. Ik kijk de vrouw aan. Zij mij. Verontschuldigend.
Tegelijkertijd richt ze professioneel haar blik op Stijn:
"Sorry knul, dat had ik beter anders kunnen vragen he." Prompt vertelt ze wat Soele zo al doet en dat ze geen prikjes geven. Stijn wordt wat rustiger. Hij verzet zijn tegenzin en gaat met de intaker aan het werk. Ze kletsen wat en de kaarten met emoties liggen overal op tafel. De emoties binnen deze kamer zakken wat. Allemaal komen we weer tot rust.
Dan is het tijd. Tijd voor mij om naar de wachtkamer te gaan. Daar wachten op Stijn. En dan samen met de bus naar huis.
Ik geef Stijn een zoen en veeg mijn eigen tranen nog eens af. Wat een gedoe. Wat een blunder. Maar wat pakt hij het uiteindelijk toch nog goed op. Mijn eigen knappe, stoere, prachtige kerel. Hij doet toch nog zó zijn best, na zoveel verraad. Ik ben apetrost op hem! Maar op mezelf niet. En toch. Het was de beste weg die mogelijk was. Want nu was Stijn daar waar hij zijn moest. En anders, als ik hem de hele waarheid had verteld, had ik hem nooit hier binnen gekregen.
Hm, nu ik dit zo type denk ik: van wie zou hij dat toch hebben?

vrijdag 16 december 2011

Intake (2)

Goed. De gezinssituatie is besproken. Kort maar krachtig. Heftig zat. En dan maar verder gaan he. Ik weet niet of jullie wel eens op een intake zijn geweest, maar ik vind het afschuwelijk. Ze beginnen al bij de zwangerschap en gaan door tot nu. Gelukkig is Stijn pas 7 jaar. Dat scheelt weer...
Gelukkig waren er bij de zwangerschap van Stijn totaal geen bijzonderheden. En bij de bevalling ook niet. Al is het helemaal geen leuk werk, dat verhaal zal ik je besparen. Stijn brak zijn schouderbeentje of zo, maar daar heeft hij geen last van gehad. En ik vraag me af wat dat met zijn problematiek van vandaag te maken kan hebben. Maar vooruit.
We nemen alles rustig door. Gelukkig had ik al veel op papier gezet in de tijd dat ik nog twijfelde over onderzoek. Dat papier had ik samen met die ellenlange vragenlijst meegestuurd. De verhalen die jullie al gelezen hebben over rouw en afscheid komen aan bod. En het (niet) lezen en de rest van het cognitieve bespreken we uitgebreid. De vragenlijsten van school waren ronduit positief over Stijn. Dat herken ik wel ja, ook bij de dochters. Op school heel lief en aardig, thuis niet te genieten en druk. Het helemaal niet kunnen kiezen. Het grijpen naar wapens, als aardappelschilmesjes en scharen. Het bijten en ander fysiek geweld. Al die dingen worden besproken. En ik wil het niet. Ik wil niet weer terug naar al het negatieve van mijn kind. maar ik moet. Hij is nu immers superongelukkig en boosaardig. Stom woord. Boos-aardig. Gewoon boos, woest, driftig. Ik doorleef de holding die ik met hem deed en waarvoor ik complimenten krijg. Ja maar, hij wordt me nu al haast te sterk. Want voor een holding kun je wel een half uur uittrekken en zo'n 150 kilometer energie. Dat heb ik niet. Vaak komen zijn driftbuien ook op tijden dat holding gewoon niet kán. Zet ik bijvoorbeeld net een pan op het vuur, met de bak en braad. En dan, net op het moment dat de jus bijna bruin is en goed voor het vlees, breekt de boel los. Zeer zwarte jus krijg je dan. Of rode pannen, met de vlam erin. Brr. Gelukkig is er altijd nog zo iets als het gas uitdraaien, maar je begrijpt vast wel wat ik bedoel. Soms kan het gewoon niet. (Tussen haakjes: holding is: je zeer boze kind vastpakken en het stevig vasthouden. Zeggen dat je van hem houdt en vasthouden. Blijven vasthouden en blijven zeggen dat hij geliefd is. Het kind blijft vechten, maar geeft zich uiteindelijk over en komt tot rust. Stijn is hier niet zo goed in, vandaar dat half uur...)
Terug naar onze intake. We praten een uur lang. En dan ben ik ook helemaal total loss. Tot slot zegt de intaker dat ik gerust kan zijn. Stijn is zo gevoelig, die kán geen autisme hebben, want dat past niet bij kinderen met autisme. Huh? Krijg nou wat? Hier knap ik helemaal op af. Want ik reken wél op autisme. En daar heb ik ervaring genoeg mee. Met iets anders niet hoor. Dat kan ik er echt niet bij hebben, geloof ik.
Ik ben blij als ik de gang weer doorloop terug naar de wachtkamer. Onderweg komen we Stijn tegen, met papa. En terwijl ik met Stijn en de intaker naar de spelkamer loop, vlucht papa snel weer naar huis.
Maar toch ben ik trots op hem: hij heeft eindelijk een voet over de drempel gezet. Wat een overwinning!

zaterdag 10 december 2011

Intake

Maandag. De dag van de intake. 's Morgens gaat Stijn natuurlijk gewoon naar school. Voor de middag meld ik hem af, in verband met 'externe begeleiding'. Mooi woord he, voor zo'n irritant gesprek.
Zodra Stijn opgehaald is door Joost, vertellen we hem het een en ander over Soele.
We gebruiken niet díe naam. Hij heeft er zo'n aversie tegen. Op school heeft hij gehoord dat ze je daar prikjes geven. Gelukkig is dat niet zo. Pilletjes wel ja, soms. Maar de aversie bleef. Nu kiezen we er dus voor om  het anders te brengen. Dat we gaan praten over hoe het met je gaat, thuis en op school en met vriendjes.  En dan is daar iemand die je kan helpen. Een soort schoolarts is het waar we heen gaan.
Stijn vraagt niet verder, maar begint heel hard te huilen. Hij vindt het zo vervelend dit te moeten doen. Tegelijkertijd ziet hij erkenning, dat vindt hij juist fijn!
Dan is het tijd. Tijd voor mij om te gaan. Met de bus. Tien minuutjes lopen, tien minuutjes bus en dan ben ik eigenlijk al direct bij het gebouw. Alles gaat voorspoedig en ik neem op mijn gemak, zo lijkt het, een bak koffie. Een plastic bekertje trouwens. Dat drinkt niet zo lekker, maar vooruit.
Keurig op tijd word ik geroepen en maak ik kennis met de intaker, die voorlopig, zonodig, ook onze begeleider zal zijn.
Ik loop achter haar aan het gebouw door. Lange gangen met vele deuren, dat is overal hetzelfde. Dan zijn we er.
"Neemt u maar ergens plaats ', stelt de dame me op het gemak. Even later zitten we tegenover elkaar en kan het gesprek beginnen. Het lijkt een wedloop, zo intensief. Alleen die eerste vraag al:
"Ik zie dat u alleen bent gekomen???" Kort leg ik iets uit over het hoe en waarom. En volgens mij was dat het meest intensieve van het hele uur! Zo lastig om over je man te zitten praten. Net of ik hem verraad. Net of ik hem afval. Net of hij mijn man niet is. Terwijl we zo gelukkig zijn met elkaar en veel van elkaar houden. Daarom houd ik het kort. Per slot van rekening kom ik voor Stijn toch?

woensdag 7 december 2011

Gesprek onder vier ogen

"Joost. Ik breng nu de jongens naar bed. Daarna wil ik even met je praten." Zo begin ik ons gesprek.
Bijna is het zover dat Stijn naar Soele moet, het onderzoeksbureau. Hoog tijd voor een praatje met manlief.
Eenmaal gesetteld beginnen we ons gesprek.
"Afgelopen maart heb ik Stijn aangemeld bij Soele, weet je wel. Waar Thera ook is geweest."
"Ja? Nou ja, dat jong spoort echt niet, dus. Hij zal ook wel wat autistisch hebben."
Ik ben verbaasd. Ik had er voor gebeden, voor begrip en behulpzaamheid en nu is mijn man het direct met me eens! Wow!
We praten nog wat door over het autisme binnen ons gezin en op wie Stijn dan zou lijken. Welke vorm hij dan zou hebben. En hoe we dat allemaal blijven redden.
Dan komt het praktische deel. Ja, want Stijn moet er ook nog kómen. En ik moet een uur eerder voor de intake aanwezig zijn. Wij eigenlijk...
"Hoe gaan we dat doen? Weet jij een oplossing?" Zo vraag ik Joost.
Het is zo goed voor hem als hij met de oplossing komt. Dan denkt hij mee en is hij meer betrokken.
"Ik ga in elk geval niet mee op gesprek."
Oke, dan weet ik dat. Prima.
Ik voel het. Ik stap over mijn eigen grens. Alweer. Prima zeg ik! Terwijl van binnen alles heen en weer schud. Terwijl ik zou willen schreeuwen en huilen. Maar dat helpt toch niets, dus: prima!
"Waarom wil je niet mee?"
"Ik houd er niet van, dat weet je toch zo onderhand wel!"
Jawel... En ik vind het geweldig mijn kind aan te melden en voor een vierde keer zo'n intake te doen.
Maar vooruit. Niet aan denken nu. Het belang van Stijn gaat voor. Voor alles? Ja! Voor alles. Momenteel wel.
Gelukkig ziet Joost het wel zitten om Stijn te brengen. Ik leg hem uit hoe hij er kan komen en we spreken af elkar in de wachtkamer te ontmoeten. dat is fijn. Dan hoeven we in elk geval geen 'buitenstaanders' te regelen. Zelf ga ik dan met de bus. En samen gaan Stijn en ik met de bus terug. Nou, dat laatste vindt hij vast geen straf!
"O ja, nog één ding. Stijn wil helemaal niets met Soele te maken hebben. Zeg hem maar dat hij naar de schooldokter gaat. Anders krijgen we hem echt niet mee. Wie weet ervaart hij later, hoe fijn Soele kan zijn".

zaterdag 3 december 2011

Intake-uitnodiging

Het wachten op de intake duurt lang. De post is al geweest met de vragenlijsten. Eén voor school, één voor thuis. Van die heerlijke vragen over het gedrag van je kind. Over zijn sociale leven. Over zijn boosheid. Over zijn eetgedrag (beroerd dus..), zijn slaapgedrag en zijn vriendelijkheid ten opzichte van andere kinderen. En ga zo nog maar even door. Nee, deze lijst is niet  1,2,3 ingevuld. Daar moet ik toch echt even voor gaan zitten.
De lijst voor school lever ik persoonlijk af bij de juf. En ik tast wat in de diepte, als ik vraag wie de lijst invuld. De ene juf heeft hij in groep één ook al gehad en is dus nog vertrouwder met Stijn als de andere juf. De juf stelt me gerust: "Dat doen we samen!"
Na meerdere telefoontjes en dagelijkse hoop bij de post komt eindelijk de oproep voor de intake.
Het zal op 30 mei plaatsvinden. Eerst een gesprek met ouders, daarna met Stijn.
Ja. En dan komt net voor die tijd wel de dag dat ik Joost moet gaan vertellen over dit bezoek. Hij is die maandag vrij. Ik heb zijn hulp nodig om Stijn daar te krijgen. Want ik wil niet dat Stijn een uur lang alleen in de wachtkamer zit. Stijn ook niet trouwens. Dus het zou fijn zijn als Joost Stijn wil brengen. Het zou nog mooier zijn als hij mee wil naar de intake. Dan regelen we voor Stijn gewoon iemand anders. Maar bovenal is hij mijn man en Stijns vader. Hij hoort dit te weten. Dus verzamel ik een beetje moed. Ik ben niet bang voor Joost, hoor, ha gelukkig niet, maar zijn reactie vind ik wel spannend... Dus, wordt vervolgd!

maandag 28 november 2011

Eén vriend

Nu eindelijk de knoop is doorgehakt ben ik blij en opgelucht.
Maar voor Stijn geld dat natuurlijk niet.
Elke dag gaat hij moeizaam naar school. Hij weet echt niet wat hij op het plein moet doen. Ja spelen, tuurlijk, met vriend C. En daardoor met de rest van de boys. Maar ja. Vriend C heeft te kennen gegeven dat hij Stijns vriendje niet meer wil zijn.
Intens verdrietig komt Stijn thuis met dit nieuws.
C. was zijn houvast. Zijn ideeenverzinner. Zijn 'kom ik help je er wel doorheenmaatje'. En nu C. dit zegt, valt de wereld in duigen voor Stijn. Ook nu duurt het weer erg lang voor ik achter de complete waarheid ben. Vragen,vragen en nog eens vragen. En hij: huilen, huilen en nog eens huilen. En als het er dan eindelijk uit is, wordt hij doodsbenauwd als ik zeg er met de moeder van C. over te praten. Met de juf dan? Nee, niets mag. Vooral stil houden die boel.
Ja da-ag. Dus niet. En dan de hele dag zo'n ongelukkig jochie? Eentje die zo laat mogelijk van huis wil en dan bij de fietsen blijft wachten op de bel? De oplossing! Dan hoef je immers het plein niet op. Dat plein met al die kinderen die zo heeeeerlijk spelen. En jij niet...
Ik praat toch met moeder. En wat blijkt? C. heeft het nooit gezegd! C. heeft aangegeven met méér vriendjes te willen spelen. En met Stijn. Niet alleen met Stijn. Maar ook niet zonder hem.
Voor Stijn gold/geldt: je hebt één vriendje en die is van jou. Delen kan niet. Alles of niets. Claimgedrag. Hoe is het ook mogelijk meer dan één vriend te hebben? Stijn begreep helemaal niets van deze sociale regel.
Gelukkig pakt C. het goedmoedig op en vraagt Stijn mee te doen met een spel op het plein. En langzaam maar zeker komt de blijdschap terug. Wordt er weer lekker gespeeld op het drukke plein. Ook door Stijn.
Stel je toch voor dat ik niets had gezegd? Stijn was vast en zeker weggekwijnd, alleen. Nou ja, misschien met de fietsen. In het fietsenhok...

zaterdag 26 november 2011

Ik ben er klaar mee!

Maart 2011.
Vandaag heb ik een stevig besluit genomen. Ik ben het helemaal zat met Stijn. Hij leeft van driftbui naar driftbui en claimt ontzettend. Maar vooral is hij erg verdrietig en toont ongelukkig.
Met knikkende knieen neem ik de telefoon en bel de instantie waar we met Thera ok zijn geweest.
"Dag, u spreekt met Antoinette. Ik moet mijn zoon aanmelden voor onderzoek". Met trillende stem en ogen gevuld met tranen zeg ik het. Stom zeg, dit hardop zeggen is zó irritant! En dan tegen een vreemde, voor de vierde keer...het wendt nooit! 
De stem aan de andere kant zegt dat aanmelden ook via de site kan, maar dat ik ook mag wachten op de papieren per post.
Ik besluit snel:
-Goed mevrouw, ik vul alles wel in via uw site.
Stel je voor dat ik me bedenk!
Ook bel ik met de schoolarts. Ze heeft me beloofd om, zodra ik het haar vraag, een verwijsbrief te schrijven, die mee moet met de aanvraag. Bij haar spui ik al mijn frustraties en zorgen. Ze doet maar één ding, één juist ding: ze luistert en geeft daarna pas aan, dat de verwijsbrief de volgende dag in de bus zal liggen.
Maar, tob ik verder, hoe te doen met Joost?
Joost, mijn man, houdt helemaal niet van dit soort gein. Kind inschrijven omdat het niet goed met hem gaat. En dan nog wel bij een instantie die alles weten over autisme en psychische stoornissen. Poeh!
Net of ik het wel leuk vind...
Ik besluit niets te vertellen. Nu niet tenminste. Tegen de tijd dat Stijn er komen kan natuurlijk wel, maar nu even niet. Ik ga die confrontaite gewoon even niet aan. Slecht voor mijn gemoedsgesteldheid, voor mijn gevoelens en voor ons huwelijk, niet in de laatste plaats trouwens, want mijn man is me heel lief!
Mijn beslissing geeft me rust, zo is het goed.
Nu maar wachten. Niets meer doen. Een last valt van me af. Heerlijk, wat een goed besluit!

maandag 21 november 2011

Kom Stijn, ga je mee? Daar gaan we. Op de fiets. Naar het winkelcentrum. Stijn stond in de krant, samen met vier zwarte Pieten. En alle kinderen die op de foto stonden mogen een cadeautje komen halen. Dus dat gaan we doen.
"Het kan wel eens iets heel kleins zijn hoor", waarschuw ik. "Of iets kinderachtigs. Je bent al zeven he!"
We komen thuis met een kinderyathzee.  Vijf dobbelsteentjes met afbeeldingen: een zonnetje, maan, hart, kat, citroen en appel. Samen spelen we het spel. Moet lukken, toch? Het is ver beneeden zijn niveau...
Al binnen een paar minuten zit Stijn boos onder tafel.
"Je speelt vals! Je speelt niet eerlijk en ik ga VERLIEZEN!!!!
Met gierende uithalen zit hij zielig te doen.
Na lang praten en veel geduld en doorzettingsvermogen wint Stijn toch nog het spel. En nee, ik liet hem niet express winnen!
Na het eten vraagt Stijn me wat hij nu moet doen. En weer even later zitten we samen te knutselen. Maar al gauw is zijn geduld weer op.
"Ik stop er mee! Ik kan dit niet. Het is veel te veel! Jij moet het kleuren!! Kom! Help me! Nu!!!"
Eigenlijk zat ik al te knippen en plakken voor hem. Maar terwijl hij op het keybord begint te rammen, kleur ik de Sintmeiter voor hem af. Ook tijdens het keybord spelen krijgt hij zo'n kwaaie bui. Werkelijk niets gaat goed en doe ik goed. De hele middag gaat het zo door. Van lief en rustig maar binnen een paar minuten tegen het plafond.
Ach, zo gaat het eigenlijk meestal. Broer Jesse is naar het logeerhuis, dus meneertje kan met andere vriendjes spelen. Maar dat doet hij niet. Hij kan rustig zelf kiezen wat hij wil spelen. Maar dat doet hij niet. Hij mist de beslissingen die Jesse voor hem maakt. De keuzes die Jesse doet bepalen waarmee er gespeeld wordt. En dus heeft hij vandaag mij nodig. De hele dag. Van minuut tot minuut bijna.
Zelfs als hij even later nog extra mag computeren, (je moet wat!) vraagt hij de hele tijd mijn advies en aandacht.
Gelukkig komt de tijd dat hij naar bed gat. Heerlijk, wat een rust. Geen driftbuien en huilbuien en geclaim. Even ben ik er klaar mee en wordt er geen beroep op me gedaan door hem. Nu ik ook maar onder de wol, kan ik er morgen weer tegen!

vrijdag 18 november 2011

Feestje

Hoe grijpt dat een mens (en een kind!) aan: het overlijden van geliefden, het afscheid nemen van mensen om hen heen.
Logisch toch, dat Stijn daardoor weer veel meer aan mij ging kleven?

"Mam, ik kan niet slapen!" Met een trillipje kijkt Stijn me verdrietig aan.
"Waarom dan niet, weet je wat er aan de hand is?"
"Nee, ik kan het niet zeggen!"
Na een lange tijd puzzelen en praten, vragen stellen en raden leg ik me er bij neer.
Eenmaal weer beneden, met in mijn achterhoofd de verdrietige jongen boven, zie ik de uitnodiging.
Hoera, ik was jarig en vier een feestje!
Verdraaid! Dat is het!! Ik weer naar boven.
"Stijn, is het om het feestje?"
Opluchting en schrik zijn tegelijkertijd af te lezen van zijn moeie koppie.
"Wat gaan we daar eten? Wat gaan we daar doen?"
Ik beloof te bellen. Per slot van rekening zou hij toch echt eens moeten gaan slapen.
Na een telefoontje en Stijn alles duidelijk verteld te hebben valt hij met een iets geruster gevoel in slaap.

Zo irritant vind ik dat. Leuren bij een moeder.
"Wil je me vertellen wat je gaat doen, want Stijn kan niet slapen. En o ja, wat ga je eten? Ja, ik weet het, dit is natuurlijk een verrassing, maar weet je daar houdt Stijn niet van. Wil je het me alstjeblieft vertellen. nee, ik houd het geheim, en Stijn ook. Pannenkoeken. O geweldig! Die lust hij graag. Echt, ik zal het alleen maar tegen Stijn vertellen...Dank je wel hoor!"
Zo begripvol doe IK dan. Terwijl de rest gewoon niet snapt waarom dit lastig zou zijn. En ik tegen een muur van onbegrip stuit.
Dit gebeurt echt elk feestje en uiteindelijk had hij er niet zo veel meer. Net als spelen. Alleen bij vriendjes spelen als mama er bij bleef. Dan zat ik dar een halve middag met een bijna on bekende moeder mijn tijd te verdoen.
Maar vooruit, het was voor het goede doel. Als Stijn eenmaal maar wist waar het huis stond, hoe het er uit zag en wat hij kon spelen, dan ging het de volgende keren wel goed.
En nu, in groep vier is hij opeens zelfs een beetje populair. Al veel feestjes gehad en veel vriendjes over de vloer. Hij ook daar, tuurlijk, zo werkt dat. Om en om en niet anders.
Maar de spanning blijft wel. Hij voelt zich al groot, maar 't liefst zou hij nog even willen vragen: wat eten we en..wat gaan we doen?

woensdag 16 november 2011

Afscheid nemen ja, dat is natuurlijk voor elk kind lastig. Toch is Stijn hier meer emotioneel bij betrokken dan gemiddeld, denk ik. Ik denk aan die ene keer. We zaten in de kerk en zouden afscheid nemen van iemand die jaren lang dienst had gedaan als ouderling. Een oude man al, een beetje moeilijk lopend. Bij de woorden van onze predikant over dat we nu zouden afscheid nemen van broeder.. keek Stijn me zeer geschokt aan. En huilen. De tranen biggelden over zijn wangetjes.
Eenmaal thuis vroeg ik wat er was. Hij dacht werkelijk dat de man nooit meer terug mocht komen. Dat het afscheid definitief zou zijn. Zo van "Oke, bedankt voor al je werk maar nu opgehoepeld".
Gelukkig kon ik hem precies uitleggen hoe het wel zat en dit mysterie oplossen voor hem.
Toch is zijn reactie niet heel vreemd. Hij zet het woord 'afscheid' waarschijnlijk gewoon in een mapje 'weg'.
En dat geeft verdriet.Want was dat ook niet zo toen opa stierf? Opa stierf na en lang en ernstig ziekbed. Stijn was toen 2 jaar en 4 maanden. Jong nog, dachten we en we hoorden bevestiging van mensen om ons heen: dat vergeet hij wel weer. We namen Stijn dus gewoon mee naar oma, waar ook opa lag opgebaard. We namen hem mee naar huis, waar we gesprekjes voerden met onze andere kinderen. We praatten vooral tegen hen. Tegen Stijn vertelden we alleen kleine dingetjes, gelet op zijn leeftijd.
Maar...toen een paar maanden later mijn tante overleed en ik Stijn mee nam naar een condoleantie, oppas was niet mogelijk, hij wilde immers alleen bij mama zijn, toen raakte Stijn volledig in paniek bij het zien van de kist.
En ik schrok. Wat heeft het verlies van opa met Stijn gedaan?
Drie jaar later overleed er een juf van school. Stijn was toen 5 jaar. Stijn kende die juf niet, maar alleen al het idee dat een juf ook plotseling weg zou kunnen gaan. Het idee dat je 's avonds naar bed gaat en 's morgens niet meer wakker werd, zoals was gebeurd, vrat aan hem. De school was niet meer de veilige omgeving die hij had gedacht. En met mij of met mama kan toch ook zoiets gebeuren? Een jaar lang heeft hij begeleiding gehad. Om te verwerken wat er gebeurd was  én om los te komen van mama. Want al deze dingen zorgden er voor dat hij zich steeds vaster en dieper in mij wortelde en ik een verlengstuk van hem bleef. Of hij van mij. Zoiets.
Wat was dat allemaal lastig. Stijn gevoelig? Overgevoelig? "Ja!" beaamde de juf gisteren op oudergesprek.
Maar volgens onze intaker bij de onderzoeken kan een autist niet gevoelig zijn. "Dus, zei ze, dat heeft ie niet. Nou ja zeg! Als hier iemand gevoelig is, is het mijn dochter. Met Asperger!

maandag 14 november 2011

Het is al weer even geleden dat ik aanwezig was in blogwereld. Er gebeurt hier momenteel zo veel, je wil het niet weten. Gelukkig kan ik jullie zeggen dat het stukje van de vorige keer zich afspeelde in 2009, toen Stijn in groep 2 zat. En dat hij de letters nu goed schijnt te herkennen en te schrijven. Hoewel ik vorige week weer zag dat hij de 'd' scheef in plaats van de 'b'...
Het komt gewoon door ons gezin en door de opmerking van de logopediste dat ik zo alert ben. En inderdaad, soms een beetje té.
Maar evengoed vind ik dat het lang heeft geduurd voordat Stijn de letters goed uitsprak, schreef en herkende. Nog steeds moet ik goed naar hem luisteren en noemt hij letters die niet goed zijn. Weer het voorbeeld van de b en d is hierbij toepasbaar.
Ik schrijf steeds wat stukjes uit het verleden, die mij er toe gebracht hebben Stijn te gaan onderzoeken.
Afscheid nemen bijvoorbeeld. Ook zo iets.
Toen Jesse naar school ging, voor het eerst, groep 1, is Stijn twee weken lang aan het huilen geweest. Tot Jesse weer thuis kwam. De hele ochtend dus. Het was een rampenplan, eerlijk waar. En vanaf dat moment is hij volkomen op mama gericht. Wil altijd bij mij in de buurt zijn. Ik moest hem altijd sjouwen en later aan de hand meenemen. Mee naar toilet, mee naar boven, mee naar de kliko, mee naar...vul maar in.
Natuurlijk deed ik niet altijd wat van hem moest, maar dat koste heel veel tranen en geduld, maar vooral frustratie van mamalief.
"Kan ik dan niet even weg???" Grrr.
Ik werd het echt helemaal zat.
Door een constante oorontsteking van 7-13 maanden sliep hij ook bar weinig, een ritme wat hij na het 'buisjes zetten' er in bleef houden. Dus momenten van rust en stilte waren zeer ver te zoeken. Alleen  de avonden, die waren lekker lang, wat betreft Stijn. De anderen bleven al wat langer op, maar hij ging 18 uur naar bed. Ik mocht niet weg lopen, dus ik nam mijn boek mee en zat lekker te lezen. Drie, vier zinnen, dan sliep Stijn al.
Dus het lezen schoot niet op, maar het was heerlijk rustig. Eindelijk even tijd voor me zelf...
Stiekem bleef ik dan nog even verder lezen. Beneden konden ze immers niet weten dat Stijn al sliep?
So what???

donderdag 3 november 2011

"Echt waar juf! Dit is toch niet normaal??"
Ik zucht diep en schuifel wat op mijn stoel. Ben ik te bezorgd? Ben ik te bang voor wat ik zie?
De juf kijkt me aan. Niet begrijpend. Waar heeft ze het over? lijkt ze te denken. Zo'n lief jongetje als Stijn heeft ze nog nooit meegemaakt en nu komt die moeder hier een partij klagen en zeuren.
"Maar mevrouw, dit mág gewoon allemaal nog in groep twee, hoor", probeert ze me te overtuigen.

Ik kijk eens op mijn briefje. Heb ik al Stijns bijzondere kernmerkjes genoemd? De tien minuten zijn bijna om en er staan al andere ouders klaar. Om over hun kind te praten. Je zou als juf toch inderdaad helemaal horend dol worden van al die oudergesprekken!

"Hij weet niet welke dag het is. Hij vraagt me gerust om half vier nog of hij vandaag nog een keer naar school moet. Zelfs op zaterdag en zondag, terwijl jullie toch echt dat liedje zingen:
"Tot morgen, tot morgen, tot morgen ja ja"
Of
"Tot maandag, tot maandag, tot maandag ja ja". Vreemd, toch.
Hij lijkt totaal geen tijdsbesef te hebben".

"Voor de zomervakantie schreef hij zijn naam goed. In de zomervakantie kon hij het niet meer en nu schrijft hij het nog steeds verkeerd: zonder 'j'. En de 's' staat verkeerd om. De 'b'en 'd' gooit hij ook steeds door elkaar. Lijkt op dyslexie, vindt u niet?"
Maar nee, juf vindt van niet. Dit mág gewoon allemaal nog in groep twee.

Tuurlijk ben ik niet zo'n moeder die de kinderen op de hoogste prestatielijst wil zien glunderen. Tuurlijk laat ik mijn kinderen in de waarde die hen toekomt.
"Je mag er zijn, Stijn, ook al weet je niet welke dag het is. Ook al weet je niet hoe je je naam schrijven moet. Geeft niets, hoor, komt vanzelf."
Maar ondertussen maak ik me wel zorgen.
Was het niet de logopedist, die driekwart jaar met Stijn bezig is geweest hem de 'l' te leren zeggen. Driekwart jaar!!! Elke week een half uur. Reken maar uit. Zij gaf mij (en school) door, heel alert te zijn op dyslexie. Want kinderen die zo moeilijk letters leren zeggen, hebben vaak ook heel veel moeite met herkennen.
Ben ik te bezorgd? Ben ik een vreselijk ongeruste moeder die later gaat zien dat alles echt goed is gekomen?
'k Weet het niet. Nu nog niet. Wie zal het zeggen?

zaterdag 29 oktober 2011

Waarom onderzoek?

Vorig jaar was het al te bar met Stijn. Hij zit op een reguliere basisschool met een ochtend-en middagprogramma. Dat was moeilijk voor hem. Elke 'tussen de middag', als ik hem ophaalde flipte hij alle kanten op.
"Stijn, wat wil je op brood?"
"Dat wéét je to-och!!!"
Oke, ik smeer twee sneetjes volkorenbrood met speculoos.
"Waarnm heb je nou speculoos gedaan. En bah! Dat donkere brood!! JE WEET TOCH DAT IK DAT NIET LUS!!!"
Wel, dat weet ik niet. Dat at hij gisteren ook en toen was er niets aan de hand.

Zo'n voorbeeldje als dit gebeurde dagelijks in allerlei soorten, maten en situaties. Minstens drie grote driftbuien tussen de middag en zo'n beetje evenveel aan het einde van de dag. Het was haast niet te trekken. Werkelijk, ik heb het hem wel eens gezegd:
"Waarom blijf je niet gewoon op school eten?"
Die optie is er echter niet: het is duur en behoorlijk chaotisch. Ik zou dan de driftbuien alleen maar verzamelen, denk ik.

Naast een verdrietig, boos jochie is Stijn ook veel alleen. Op het plein. In de klas. De vrije middagen. En hij heeft dan niets te doen. Wil dat ik dé héle tijd bij hem ben.
Omdat we zien dat hij niet gelukkig is én omdat de situatie thuis niet meer leuk is met hem, bel ik een onderzoeksinstantie. En meld hem aan voor onderzoeken.
Voor de vierde keer geef ik een kind over in handen van 'specialisten'. Voor de vierde keer de vragenlijsten doornemen. Voor de vierde keer een intake.
Maar het lijkt er op, dat ik geen andere keus heb!

woensdag 26 oktober 2011

Er was rust

Het is stil in huis. Genietend spiek ik over de rand van mijn boek. Daar zit Stijn, hij probeert te lezen, heel intens en geconcentreerd. Daarnaast zit Jesse, met de gameboy. Ook al zo geconcentreerd bezig.
En dan Thera, in de stoel naast mij. Huilend om een mooi boek.
Aan mijn andere kant is Joost druk bezig met de computer. Hij ziet me kijken en blikt terug. Ik knipoog. Ik bedoel: wat een rust!
Ik zie wat hij denkt. En leg snel mijn vinger op mijn mond. Sttt.
Maar helaas. Joost rekt zich eens even lekker uit en roept: "Wat een rust hier!!!!!!!!!!!!!"
Ik zie ze schrikken. Behalve Jesse, die kijkt even op en gaat snel weer naar zijn gameboy terug. Thera kijkt op en reageert.
"Doe es effe normaal zeg!"
Stijn schrikt ook. Helemaal uit de concenttratie gehaald. En terwijl de reacties tussen Joost en Thera heen en weer vliegen zie ik Stijn verkrampen. Hij zet het op een gillen en springt van de bank. Grrrr, grommend rent hij op Joost af.
"Je haalt me uit de concentratie joh," roept hij. "Als je zo hard praat kan ik me niet concentreren!!!"
Mooi gezegd, door een joch van zes. En o zo waar. Maar Joost lacht.
"Ach joh, stel je niet aan, ventje!"
Ik troost Stijn en leid hem af. Maar vanbinnen borrelt het in me. Wel verdraaid nog aan toe, waarom nou? Ze waren juist zo rustig en lief.
Maar nu, nu is het  uit met de rust.
Het wordt tijd dat ik weer eens ga opvoeden! Wie??

maandag 24 oktober 2011

Hallo, welkom op mijn blog. Ik ben Antoinette. Wil je meer over me weten, lees dan mijn profiel. Deze blog ga ik eens lekker gebruiken om van me af te schrijven, want er gebeurd hier thuis erg veel.
We zijn een zogenaamd auti-gezin. Zowel bij Joost, mijn man, als bij 3 van onze kinderen is autisme geconstateerd, 3 keer Asperger, 1 keer kernautisme.Onze Stijn is momenteel onderzocht en we wachten nu op de uitslag of een vervolg van de instelling. Allemaal heel spannend. De andere diagnoses zijn gesteld tuissen 2000 en 2009. Wat een verrassingen..
Deze blog is dus een afreageersysteem voor mij zelf. Zodat ik niet altijd mensen om me heen hoef te belasten met mijn zorgen. Ik spaar hun graag een beetje, maar dat gaat ten koste van mezelf.
De vraag of ik zelf niet ook iets van autisme heb drijft regelmatig boven. Anderen zeggen van niet, maar het kan toch niet allemaal door Joost bepaald zijn? Het zullen toch combinaties zijn? Ik weet het niet hoor. Wel weet ik dat ik heel autistisch denk, maar dat is tegenwoordig. Snap jij het nog? Wie weet komt er eens een duidelijk antwoord! Dus...welkom bij deze vaste klant in etikettenland!!